Links: Schematische voorstelling van een MRI-scan bij pseudotumor cerebri. De hersenen zijn in hun geheel gezwollen waardoor de hersenkamers enigszins zijn samengedrukt. Maar er zijn geen vervormingen of verplaatsingen van de hersenkamers zoals die door echte hersentumoren kunnen worden veroorzaakt.
Rechts: Schematische voorstelling van het hersenweefsel, waar hersenvocht door de verhoogde druk uit de hersenkamer tussen de cellen in het weefsel sijpelt (zogenaamd interstitiëel hersenoedeem) waardoor de cellen van het weefsel uit elkaar worden gedrongen. Normaal liggen de cellen namelijk dichter opeen.
Oorzaken
Een van de (overigens zeldzame) oorzaken van pseudotumor cerebri is de chronische verstopping van de veneuze sinussen bij gebruik van de anticonceptiepil. De anticonceptiepil veroorzaakt een verhoogde stollingsneiging van het bloed, waardoor bij sommigen de veneuze sinussen heel geleidelijk kunnen dichtslibben.
Op de geleidelijke verstopping van de veneuze sinussen, dan wel van de granulaties van Pacchioni, berusten de eveneens zeldzame gevallen van pseudo-tumor cerebri bij patiënten met lupus erythematodes, bij de ziekte van Besnier-Boeck, of allerlei bloedziekten, waarbij er trombose, eventueel met ophoping van ontstekingscellen kan optreden bij de granulaties.
Op basis van een toegenomen productie van hersenvocht zijn de gevallen van pseudotumor cerebri die worden waargenomen bij te dikke vrouwen (14 op de 100.000); in zulke gevallen van zwaarlijvigheid heeft men een 2 tot 4 maal hogere liquorproductie kunnen aantonen. Op overproductie, dan wel verminderde afvoer van hersenvocht kunnen de gevallen van pseudotumor cerebri berusten die men (overigens zelden) heeft waargenomen tijdens de zwangerschap (1 op de 850), waar immers een verandering van de hormonale situatie plaatsvindt, en bij stoornissen die vooral de schildklierhormonen, maar ook de bijnier- en hypofysehormonen betreffen.
Dan zijn er (ook weer zeldzame) gevallen van pseudotumor cerebri door het gebruik van allerlei medicamenten, zoals antibiotica van de tetracycline-groep, vitamine A in overdosering (bij de behandeling van acne) of van vitamine A afgeleide stoffen (bij de behandeling van sommige vormen van leukemie bij kinderen), groeihormoon (voor de behandeling van dwerggroei), van schildklierhormoon afgeleide stoffen zoals amiodaron (voor de behandeling van hartritmestoornissen). Er is een grotere kans op het optreden van pseudotumor cerebri als factoren samenkomen die op zich daartoe de neiging vertonen, zoals zwangerschap en zwaarlijvigheid, of de combinatie van vitamine A met tetracycline-preparaten voor de behandeling van acne.
Behandeling
Bij pseudotumor cerebri die optreedt als gevolg van de toediening van medicamenten is gebleken dat bij het staken van het medicament de pseudotumor cerebri ook prompt verdwijnt, om echter terug te komen als de toediening wordt hervat. In zulke gevallen bestaat de behandeling dus uit het staken van het medicament en het geven van een plaatsvervangend geneesmiddel. In gevallen van pseudotumor cerebri die verband houden met een overmatig lichaamsgewicht kan door afslanken een verbetering worden bereikt.
Verder kan bij pseudotumor cerebri die niet door medicamenten wordt veroorzaakt, verbetering worden bereikt door het gebruik van middelen die de liquorproductie verminderen zoals acetazolamide een midel als furosemide dat de urineproductie doet toenemen (zogenaamde “plaspil”).
Ook zijn goede resultaten bereikt met glucocorticosteroïiden, dit zijn de bijnierschors-hormonen die ontstekingsremmend werken, uiteraard te gebruiken bij aandoeningen waar ontstekingscellen de liquorafvoer bij de granulaties verstoppen.
Tenslotte, en dit wordt vooral bepaald door de achteruitgang van het gezichtsvermogen, wordt verbetering van de toestand door verlaging van de liquordruk bereikt met herhaalde lumbaalpuncties (ruggenprikken) en het afnemen van een hoeveelheid liquor of het naar buiten afvoeren van de liquor naar een steriele plastic zak. In plaats van deze tijdelijke maatregelen kan uiteraard chirurgisch worden ingegrepen door het aanleggen van een shunt, zoals bij hydrocefalie vanuit de hersenkamer naar de buikholte (ventriculo-peritoneale shunt); maar vooral vanuit de lumbale durale zak naar de buikholte (lumbo-peritoneale shunt). In plaats van deze neurochirurgische ingrepen die gericht zijn op verlaging van de liquordruk, bestaan er ook oogheelkundige ingrepen ter behandeling van de achteruitgang van het gezichtsvermogen, hierbij wordt de schede van de oogzenuw geopend opdat deze niet meer lijdt onder de stuwing.
Risico’s van de shunt
Zoals bij hydrocefalie zijn de risico’s van het plaatsen van een shunt de verstopping van het shuntsysteem, wat een revisie van het systeem nodig maakt. Een ernstiger risico is het optreden van een bacteriële infectie van het shunt-systeem; dit moet dan worden verwijderd totdat de infectie is bestreden terwijl ondertussen de liquor naar buiten kan worden afgevoerd naar een steriele plastic zak. Tenslotte is er het risico van een te sterke liquorafvoer door het plaatsen van een klep met een te lage weerstand; de gevolgen hiervan zijn het optreden van hoofdpijn bij het opstaan, wat echter geleidelijk afneemt.