Iedereen die voor het eerst een rijbewijs aanvraagt, moet een zogenaamde “Eigen Verklaring” invullen, waarin vragen moeten worden beantwoord die betrekking hebben op de gezondheidstoestand van de aanvrager. Op basis van deze verklaring besluit de medisch adviseur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) of uw geestelijke en lichamelijke gezondheid voldoende is om een motorvoertuig te kunnen besturen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen rijbewijzen van groep 1 (personenauto’s en motorfietsen) en van groep 2 (vrachtwagens en bussen). De normen voor toekenning van het rijbewijs in groep 2 zijn zwaarder dan die voor groep 1.
Indien zich nadat een rijbewijs is toegekend gezondheidsproblemen voordoen die van invloed zouden kunnen zijn op de rijvaardigheid, dan is het noodzakelijk dat men (op eigen initiatief!!) een nieuwe “Eigen Verklaring” instuurt. Dit formulier dient men zelf aan te vragen bij het CBR en vervolgens ingevuld terug te sturen. Het CBR vraagt aan de aanvrager een vergoeding voor het verwerken van het formulier. Vervolgens zal het CBR bepalen of een aanvullende gezondheidskeuring moet plaatsvinden, en uiteindelijk zal het CBR beslissen of het rijbewijs behouden kan worden. Het kan zijn dat het rijbewijs definitief wordt ingetrokken, maar het is ook mogelijk dat dit tijdelijk gebeurt (bijvoorbeeld voor 1 of 2 jaar). Ook is het mogelijk dat er een rijbewijs wordt verstrekt met een beperkte geldigheid (bijvoorbeeld voor de duur van 1 of 2 jaar).
Mensen van 70 jaar of ouder moeten iedere vijf jaar opnieuw een “Eigen Verklaring” invullen waarin gezondheidsproblemen dienen te worden gemeld.
De verantwoordelijkheid voor het autorijden en aanvragen en invullen van een “Eigen Verklaring” ligt bij de houder van het rijbewijs, en niet bij de behandelend arts! Deelname aan het verkeer wanneer gerede twijfels bestaan aan de rijvaardigheid is onverantwoord, en zal tot gevolg (kunnen) hebben dat schade die voortkomt uit een ongeval niet kan worden verhaald op de verzekering, en voor rekening komt van de veroorzaker zelf.
Aandoeningen van de hersenen kunnen de rijvaardigheid nadelig beïnvloeden. Voor neurochirurgische aandoeningen binnen de schedel, zoals bijvoorbeeld een tumor of een aneurysma, geldt dat dus ook. Het feit dat men een hersenoperatie heeft ondergaan kan van invloed zijn, zoals ook het gebruik van bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld anti-epileptica). Uw neurochirurg doet geen uitspraak over uw rijgeschiktheid. Dat wordt aan de hand van specifieke regels gedaan door het CBR. Om vast te stellen of u mag autorijden is vaak een specialistisch onderzoek door een onafhankelijk medisch specialist noodzakelijk, dit kunnen de neurologen van Isala goed doen, voor een afspraak moet u zich wenden tot hun polikliniek, eventueel aangevuld met een rijtest wanneer er sprake is van functie-uitval. De officiële regels hiervoor zijn onderhevig aan veranderingen, en worden dan ook zo nu en dan aangepast. Wijzigingen worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Meer informatie hierover vindt u op de website van de overheid of op website van het CBR.