50 jaar Neurochirurgisch Centrum Zwolle

Het Neurochirurgisch Centrum Zwolle werd in 1954 opgericht door dr. Arie van der Zwan sr. Hij werd geboren in 1907 en na zijn studie geneeskunde in Leiden, was hij korte tijd huisarts in Zeeuws-Vlaanderen. Eind jaren dertig werd hij assistent bij professor van der Scheer, hoofd van de Psychiatrisch-Neurologische Kliniek in Groningen. In 1940 promoveerde hij bij Van der Scheer op een proefschrift getiteld “Over de genese van anencephalie en rachischisis posterior en anterior. Een vergelijkende teratologische, experimenteel-embryologische en genetische beschouwing”. Uit twee van zijn stellingen blijkt, dat hij veel belangstelling had voor de neurochirurgie. In die tijd ging hij ook vaak kijken bij de legendarische neurochirurg Verbeek, die in het RK Ziekenhuis opereerde. In de oorlog van 1940-1945 raakte hij diep betrokken bij het artsenverzet. Daarna had hij zitting een tribunaal dat moest afrekenen met collegae, die wat te nauw met de Duitsers hadden samengewerkt.  Hieronder bevonden zich coryfeeën van de Faculteit zoals
Eerland en Huizinga. Dit leverde hem uiteraard geen vrienden op.

Het Academisch Ziekenhuis Groningen had in die tijd geen eigen neurochirurg, maar wilde dat natuurlijk wel en liet iemand in het buitenland opleiden. Op grond van anciënniteit en verzetsverleden werd dit als eerste aangeboden aan Bartstra, maar deze bedankte. De volgende was van der Zwan die maar al te graag accepteerde. Hij vertrok naar Oxford  om bij Sir Hugh Cairns in de leer te gaan.

Sir Hugh was een leerling van Cushing en zijn biograaf beschrijft van der Zwan als een zeer trouwe leerling. Na zijn terugkeer naar Nederland bezocht hij geregeld weer Oxford. Van 1947 tot 1954 was van der Zwan in Groningen de eerste lector neurochirurgie in Nederland. Hij had het daar niet gemakkelijk, deels door zijn laten we zeggen krachtige persoonlijkheid, deels vanwege zijn rol in het genoemde tribunaal. Verder worstelde de neurochirurgie toen met het probleem van de eigen identiteit als een specialisme. Daar waren de hoogleraren psychiatrie/neurologie nog niet aan toe.

1954 was het moeilijkste jaar van zijn leven, zoals hij zelf schreef in “Zoekende naar het wezen van de mens. Filosofische consequenties der neurologische wetenschappen”. In dat jaar besloot hij uit Groningen te vertrekken, en na een omzwerving in de Verenigde Staten vestigde hij zich in Zwolle met steun van zijn verzetsvriend Eeftinck Schattenkerk, algemeen chirurg in het  Sophia Ziekenhuis. We nemen aan dat hij ongeveer in oktober zijn werkzaamheden gestart heeft, maar zelfs zijn zoon kan ons niet meer aan de juiste datum helpen.

Omdat het Sophia Ziekenhuis niet genoeg bedden kon aanbieden en het ZH De Weezenlanden ook bedden aanbood werd in beide ziekenhuizen geopereerd. Met Van der Zwan kwam uit Groningen mee F.P. Dijksterhuis, ook iemand uit het verzet. Hij moest echter nog wel een jaartje worden opgeleid. Voorts werd A. Fossen, een jeugdvriend van Van der Zwan, aangetrokken als medewerker. Fossen was een uit Indonesië repatriërend algemeen chirurg, die in Nederland door een ook toenmalig overschot aan algemeen chirurgen niet zomaar aan de bak kon komen. Fossen werkte in beide ziekenhuizen, ook als een trait d’union tussen de beide neurochirurgen, tot 1 juli 1968. Op die datum kwam Wim Pondaag in dienst als assistent neurochirurgie. Deze werd vanaf 1 maart 1969  bij Kemp en Verbiest opgeleid.

De vierde man op dat moment was Karl Jacz. Van der Zwan had hem leren kennen tijdens een Europees Congres in Praag. Hij was toen hoofd van de Neurochirurgische Kliniek in Bratislava (toen nog Tsjecho-Slowakije). In augustus 1968 kwam hij voor een bezoek aan Van der Zwan naar Zwolle. Toen de Russen in diezelfde maand Tsjecho-Slowakije binnenvielen, durfde of wilde Jacz niet naar zijn vaderland (en zijn gezin) terugkeren. Hij was lange tijd in onzekerheid wat te doen, naar Engeland misschien of naar Münster, maar is uiteindelijk toch in Zwolle gebleven. Dijksterhuis leunde zwaar op hem en trok hem naar De Weezenlanden. Om zijn Nederlandse briefje te halen en ging hij in 1972 voor een halfjaar naar Verbiest, in uitruil met Pondaag voor een perifere stage in Zwolle. Hij heeft zich medio september officieel met Van der Zwan en Van Beusekom geassocieerd. In januari 1989 heb ik (Zeilstra) zijn praktijk overgenomen.

Intussen was de verhouding tussen Van de Zwan en Dijksterhuis in 1971 zo ernstig vertroebeld, dat Dijksterhuis ging stoppen. Jacz was nog niet erkend als neurochirurg, dus Van der Zwan stond eigenlijk er alleen voor. Hij is toen met Gelderman en Pondaag gaan overleggen over een nieuwe neurochirurg. Het werd G.Th. van Beusekom, chef de clinique in Leiden, die begin 1972 in Zwolle is gestart. Op 1 november 1990 heeft hij zijn praktijk onverwachts neergelegd.

Pondaag werd in Zwolle als assistent opgevolgd door Pim Gelderman die na zijn jaar algemene chirurgie ook naar Utrecht vertrok. Pondaag nam op 1 maart 1973 de praktijk van Van der Zwan over. Gelderman vestigde zich op 1 september 1975 toen als vierde man in Zwolle. Hij moest wegens ziekte in mei 1997 zijn werk plotseling staken.

Zoals blijkt, is de neurochirurgie lange tijd op twee locaties uitgeoefend. Dat dit minder wenselijk was is al in 1972 door van der Zwan opgemerkt. Lange tijd is er heel wat water door de IJssel (tegenwoordig weer Isala) gestroomd voordat dit volledig noodzakelijke voornemen in daad kon worden omgezet. Ook toen werd er al veel gepraat, maar op 1 januari 1988 was het eindelijk zo ver en vond concentratie in het Sophia Ziekenhuis plaats.
Na het vertrek van Gelderman en na niet zo lange tijd Pondaag heeft de praktijk door verjonging snel een ander gezicht gekregen. Na zijn uitval door ziekte werd de praktijk totdat een en ander was afgewikkeld deels waargenomen door F. Verhoeven, een collega uit België, deels door alleen Pondaag en mijzelf draaiende gehouden. Deze periode is een tijd waar ik niet graag lang bij stil sta. Op 1 september kon eindelijk Frits de Beer de praktijk van Gelderman overnemen.  Een maand later kwam Wimar van den Brink er als vierde man bij. Pondaag beëindigde op 1 januari 2002 zijn werkzaamheden, hij werd opgevolgd door Tom Aalders.

Vanaf het begin is de praktijk altijd sterk beïnvloed geweest door de school van Verbiest. Dit is nu nog te zien aan de grote belangstelling voor de wervelkolomchirurgie, en daarmee bedoel ik niet alleen de hernia’s. Dit is een terrein waarvoor wij ons sterk zullen blijven maken, maar daarnaast zullen wij ons blijven inzetten voor alle vormen van neurochirurgie die hier tot dusver beoefend zijn. Ondanks alle budgettaire en andere problemen, die overigens bepaald niet typisch Zwols zijn, zien wij wat dat betreft de volgende 50 jaar met vertrouwen tegemoet.

Deel