De operatie
Niet elke hernia hoeft geopereerd te worden. Met rust en fysiotherapie gaan 70 tot 80% van alle hernia’s vanzelf weer over. Men moet dus niet te vroeg besluiten tot operatie, aan de andere kant is het zo, dat bij te lang wachten het herstel na een ingreep vertraagd kan zijn. In het algemeen houdt men aan niet eerder dan na 6 weken te opereren (tenzij er een spoedindicatie bestaat), maar wel binnen 6 maanden als de klachten dan nog bestaan.
Er zijn twee soorten van operatie-indicaties:
Absoluut.
Wanneer uitval bestaat van de zenuw die zo ernstig is dat bijvoorbeeld verlammingsverschijnselen hierdoor veroorzaakt worden. Ook is druk op het ruggenmerg meestal een aanleiding om tot een operatie te adviseren.
Relatief.
Wanneer pijn bestaat waar de patiënt zo veel last van heeft dat hij met deze pijn niet goed kan functioneren. Het subjectieve klachtenpatroon speelt hier dus een doorslaggevende rol, zodat de patiënt eigenlijk zelf moet beslissen of een operatie al dan niet moet doorgaan, mits hiervoor natuurlijk een indicatie bestaat.
Er zijn een aantal mogelijkheden om een nekhernia te opereren. Het is nooit aangetoond, dat de ene mogelijkheid beter is dan de andere, zodat iedere operateur die techniek toepast die hij heeft geleerd, goed beheerst en waarin hij vertrouwen heeft.
De verschillende mogelijkheden zijn:
Vanuit de achterzijde
Deze methode wordt betrekkelijk weinig toegepast. Er kan een grotere of kleinere benadering plaatsvinden van de zenuwwortel, waarbij het erop neerkomt, dat aan de achterzijde ruimte wordt gemaakt op de plek waar de zenuwwortel het wervelkanaal verlaat. De ingreep noemt men een foraminotomie.
Vanuit de voorzijde
Aan de linker- of rechterzijde van de hals wordt een snee gemaakt, van waaruit de voorkant van de wervelkolom gemakkelijk kan worden bereikt. Doordat strottenhoofd, luchtpijp en slokdarm naar opzij worden weggehouden is het een benadering van voren. Het maakt niet uit aan welke kant de klachten zitten, omdat vanuit deze toegang beide zijden bereikt kunnen worden. Degenen die deze benadering toepassen doen deze operatie met of zonder vastzetten van de wervels aan elkaar (spondylodese).
Met vastzetten
Na het verwijderen van de tussenwervelschijf vanuit de voorkant en het vrijleggen van de uittredende zenuwen kan de tussenwervelruimte worden opgevuld. Dit kan met eigen bot (meestal uit de bekkenkam), met kunstbot, met botcement of met een kooitje uit titanium (cage) of een andere kunststof. Ook kan er een plaatje met schroeven worden aangebracht.
Zonder vastzetten.
Na het verwijderen van de tussenwervelschijf wordt alles zo gelaten.
Hoe gek het ook klinkt, ook van deze verschillende methodes is nooit overtuigend bewezen dat de ene beter is dan de andere. De voorkeur voor een van beide methodes is weer een kwestie van persoonlijke voorkeur van de operateur en ervaring. Zowel voor de ene als voor de andere methode zijn overtuigende argumenten aan te voeren. Een bezwaar van fixatie met eigen bot is nog wel eens dat er pijnklachten kunnen ontstaan op de donorplek. De nek wordt door het vastzetten niet merkbaar minder beweeglijk.
Na de operatie gaat de patiënt naar de uitslaapkamer. Gebruikelijk zijn wat slikklachten en eventueel wat heesheid, hetgeen in enkele dagen weer verdwijnt. De volgende dag mag hij of zij alweer opstaan, en in veel gevallen naar huis. Een specifieke nabehandeling is er niet, soms wordt een halskraag voorgeschreven. Het is voldoende het twee of drie weken kalm aan te doen, waarna de oude activiteiten weer mogen worden hervat. Bij controle na zes weken wordt bekeken of fysiotherapie nog nodig is voor bij voorbeeld gespannen nekspieren.
Risico’s
Zoals bij iedere operatie zijn er ook bij de nekhernia-operatie zekere risico’s. De kans van optreden hiervan is echter zeer gering, het betreft immers een routineoperatie die in het Neurochirurgisch Centrum Zwolle vele malen per jaar wordt uitgevoerd. Beschadiging van een stembandzenuw met (al dan niet voorbijgaande) heesheid is een zeldzame complicatie. Wel beschreven, maar nog veel zeldzamer is de beschadiging van de slokdarm. Dit is wel een hele ernstige complicatie.
Recidief
In het algemeen is 80 tot 90% van de patiënten na een nekhernia-operatie met het resultaat tevreden. Een recidief is het opnieuw optreden van een hernia op dezelfde plaats en aan dezelfde kant. Bij een nekhernia wordt dit vrijwel nooit gezien. Wel kan een hernia op een ander niveau optreden. Men beweert dat de aangrenzende niveaus een wat hogere belasting te verduren zouden krijgen, wat het ontstaan van een aangrenzend probleem bevordert. In de praktijk komt het echter zelden voor. Veel gebruikelijker is de combinatie van een nek- en rughernia. Het gaat immers om hetzelfde slijtageproces.
Waar “hij” staat kan ook “zij” gelezen worden.